Translate

Carretera Austral

30 december.
In Chaitèn hoefde ik vandaag geen keuzes te maken in welke richting ik mijn reis zou voort zetten. Ik kwam van uit het noorden en kon alleen maar naar het zuiden door rijden.

Regenwoud.
De vegetatie veranderde enigszins, dat wil zeggen, dat vanaf Chaitèn er opeens veel Nothofagus betuloides voorkomt. Overal, eerst in de weilanden en langs de kant van de weg, later in de steeds dichter wordende bossen staan deze mooie beuken. De typische kenmerken zijn de glimmende kleine frisgroene, min of meer ronde bladeren en zijn in etages opgebouwde silhouet. Eerst komen exemplaren voor van twee tot tien meter hoog, later steken ze overheerst boven de Eucryphia ’s, Drimys en vooral veel Berberis soorten uit.
links en rechts van de weg.
Het regende weer eens en bij een splitsing reed ik gewoon rechtdoor. De weg ging weer over in een gravel pad en na drie kilometer zette ik de auto op een parkeerplaats bij een termes. Tien minuten later lag ik in een warm bronnen bad. Het water komt hier warm uit de grond. Tijdens het baden kreeg ik van andere badgasten informatie over de te volgen route. Ik bleek bij de splitsing verkeerd te zijn gereden, verkeerd? Nee, anders was ik deze termes misgereden.
De lange weg naar Coyhaique ging zoals hier te verwachten is weer over steenslag.

Nog even doorrijden.
Onderweg is er alleen bos en bergen. Soms een oud stuk bos, met prachtige oude Nothofagus betuloides gemengd met Nothofagus pumilio, bloeiende Notro's of Eucryphia's en veel klimmende Hydrangea seratifolia, die boven in hun gastheren bloeien. huisjes, schamele onderkomens en meer op blokhutten lijkend met een Toyota pick-up op de oprit en een sliert rook uit de schoorsteen. Langs de weg, overal in Chili trouwens, prikkeldraad, waarbij de koeien meestal aan de verkeerde kant, in de wegberm grazen.
Onderweg geen wegrestaurant, geen winkeltje en geen parkeerplaats.

Saxegothaea.
Opgeschrikt door het zien van een andere en vreemde boom links van de weg trap ik op de rem. Naast de weg staat een hele grote Saxegothaea conspicua. In de stromende regen maak ik een paar foto’s. Verderop staan er meer grote exemplaren Vol ongeloof laat ik me nat regenen. Ik heb deze op een Tsuga gelijkende conifeer wel eens verhandeld, maar de afmeting die deze bomen hebben is iets anders.
Saxegothaea conspicua.
Het laatste stuk weg voor Puyuhuapi, waar ik wou overnachten, is letterlijk en figuurlijk een puinhoop,  zoveel water en rotsblokken op en naast de weg, links diepe afgronden tot in een groot meer, sluiers nevel, steile wanden rechts en hier en daar markeringspaaltjes. Met de ruitenwissers op de tweede stand is het autorijden in deze omstandigheden een hele belevenis. Er kwam een gedachte, dat ik verkeerd was gereden, geen tegenliggers en geen achterop komende reizigers. Bij een eenzame woning toch maar even vragen, waarbij de bewoner vertelde dat na vijftien kilometer het stadje bereikt zou zijn.
Onderweg vaak even terug schakelen.
Hopeloos en vermoeid, het regende nog steeds, vond ik na de zoveelste keer vragen een warm en gezellig onderkomen in een hospedaje, zoiets als een Bed zonder Breakfast. 

Nothofagus betuloides en Not. pumilio.