Translate

Eerste kerstdag

25 december eerste kerstdag
Kerst 2014, de dag begint net als vele andere kerstdagen. Uitslapen tot acht uur, douchen en om negen uur aan het kerstontbijt. Maar dit keer is het anders: de zon schijnt, de deuren staan open, buiten zingen vogels en schreeuwen parkieten. De tafel is gedekt, maar geen kaarsen, geen kerstbrood en geen tafelkleed met kerstmotieven. Nee, op tafel staan borden met pancakes, kommen met warme dunne jam, schalen met fruit, een bokaal met opgeklopte ananasdrank, roereieren en stukken brood. Mijn gastvrouw, Eloá Tavares is Braziliaanse, houdt van gezelligheid en heeft een goede smaak van wat er op tafel kan staan.
We zaten met een heel gemêleerd gezelschap aan tafel, net als gisteravond tijdens het kerstdiner; twee Argentijnen, een Ier, een Amerikaan, twee Canadezen, een Braziliaanse, een Columbiaanse , een Chileense en ik als Nederlander. Heel speciaal, ieder met zijn eigen Engels accent, er werd natuurlijk geknauwd door de Amerikaan en Canadezen, en de Argentijnen zijn bijna niet te volgen met hun Spaanse klanken. Al deze mensen wonen ergens in de buurt en zijn blijven hangen tijdens een rondreis, op zoek naar een ander leven, net als de zovele andere mensen die ik hier tegenkom, jonge Fransen, Colombianen en vooral veel Duitsers.
Ieder probeerde mij op de beste plekken in de omgeving te attenderen en ben na een keuze te hebben gemaakt naar Cayutuè vertrokken. De weg van Ensenada naar Ralun is op zich een openbaring, zoveel mooie bomen, vergezichten en een rijke bermvegetatie. Na de brug bij het plaatsje / vier huizen Ralun, moest ik linksaf, de bergen in. Eerst een stuk met kuilen in het asfalt, later alleen nog maar kuilen zonder asfalt, maar losse steenslag, wat na zeven kilometer wel heel los en stijl naar boven ging. Dit kon mijn auto niet meer aan en ben al lopende verder gegaan. Maar deze wandeling was een echte kerstsurprise. De zon scheen, er woei een koel briesje en overal prachtige planten om me heen, voornamelijk heesters en meerstammige bomen. Wat er in dit deel van Chili allemaal zou kunnen groeien, staat hier gewoon aan de kant van de weg, door elkaar, soms solitair, soms overwoekerd door sneller groeiende heesters of bomen.

Imkeren.
Twee tot drie meter hoge bloeiende Fuchsia’s hangen vanaf hogere hellingen naar beneden of staan onder een grote Nothofagus dombeyi, Maytenus zit verstrengelt in Drimys, Hebe elleptica vecht voor zijn bestaan met Coriaria, Ugni molinae bloeit tegen een Gevuina avellana aan, Campsidium, Boquila en Asteranthera klimmen of houden zich aan opgaande stammen vast om maar in leven te blijven. Ergens achterin een veldje waar veel bijenkasten staan, hangt Hydrangea seratifolia in een boom te bloeien.
Hydrangea serratifolia
Dan opeens een bloeiende Buddleja globosa, hangend in Eucryphia  , verderop een besdragende Berberis dawinii naast Rhamnus diffusus. Opvallend staat hier en daar mooie volle heester, drie meter hoog, glimmende donkergroene kleine bladeren, bessen en driedelige doorns als bij Berberis, maar het is anders. Na onderzoek kwam ik uit op Rhaphithamnus spinosus.
Rhaphithamnus spinosus
Geregeld zijn er open weides, die vol staan met bijenkasten. Hier wordt dus goed geïmkerd.
Het valt mij op, dat in deze plantengemeenschappen weinig kruiden staan.  In de Oostenrijkse, Zwitserse en Franse Alpen groeien veel meer soorten kruidachtigen. In de zestiger en zeventiger jaren heb ik enkele jaren op een berg-boerderij in de Oostenrijkse Alpen gewerkt en daar staan veel meer verschillende soorten kruidachtigen. Het sortiment houtachtigen is daarentegen minder dan een kwart van wat hier in Chili voorkomt.
Berberis darwinii
Tijdens de wandeling realiseerde ik me, dat het Andesgebergte van noord naar zuid loopt, dat daarom de ijstijden hier geen decimering in het aantal verschillende soorten houtachtigen heeft gehad. De Alpen daarentegen lopen van west naar oost, zodat er in de aanwezige soortenrijkdom van de vegetatie aan de noordkant door het naar het zuiden oprukkende koude weer behoorlijk werd huis gehouden. Hierdoor moet West Europa het met een soortenarme houtachtige vegetatie stellen. Kruidachtigen verspreiden zich niet alleen sneller, maar overleven ook gemakkelijker door zich tijdens de koude winters in de grond terug te kunnen trekken.
Na een stuk ruw boskap terrein, werd mijn weg gesperd door een groot hek en achter dat hek begon een smal, uitgesleten en bijna onbegaanbaar pad. Hier was geen gevarieerde plantengroepen zichtbaar, ik stond in een heus oerwoud, met hoge bomen, daar tussen bamboe, grote varens en stammetjes en staken, waaraan niet te herkennen was tot welke soort plant deze toebehoorden. Het geruis van een bergbeek, een wirwar van stronken, scheef hangende bomen of door hun val een lichtspleet gemaakt, zodat varentjes, mossen en andere planten hun kans waarnemen nemen om te groeien.
Het paradijs
Eindeloos scheen het pad, alsmaar verder de vallei in. Door de dichte begroeiing kun je niet verder dan vijf tot tien meter vooruit kijken. Het geruis van een bergbeek is af en toe het enige geluid wat de stilte verstoord. Soms kruist het pad een klein stroompje, niet meer dan natte grond, maar wel glibberig, soms is het stroompje meer dan  natte grond, dan moet je oppassen geen natte voeten te krijgen. , soms ligt er een omgevallen boom over het pad.
Na een dik uur realiseerde ik me dat ik ook weer terug moest, het was al laat in de middag en door de indrukken had ik nog niets gegeten. Zittend op een stronk kon ik de omgeving rustig in me opnemen. Voor mij was een brommend geluid wat door een kolibrie werd veroorzaakt. Dit klein vogeltje vloog op de terugweg door het dichte woud met me mee.
Nothofagus dombeyi
Tussen al dat groen staan geregeld kleine Podocarpus nubigera, een conifeer wat wel wat weg heeft van Douglas. Later zag ik grotere exemplaren in het houtkap gedeelte staan.
Onderweg terug naar het dorp zag ik een Condor van dichtbij.
Buddleja globosa
Ook deze dag was weer anders, en zeker anders dan mijn 59 voorgaande eerste kerstdagen. Maar deze zal ik me nog lang heugen.